EEN BALTISCHE ZANG
Een gezoem van talloze stemmen klinkt van over zee,
honderdduizenden liederen, myriaden,
verzameld, onverzameld, vergeten, herontdekt,
generaties die zingen naar generaties,
wachtwoorden overdragen, dan zelf ontslapen.
MUZIEK UIT BALTISCHE LANDEN
Zo begint een gedicht van de Estische schrijver Ivar Ivask over de zangtradities in de Baltische landen, waar het zingen in koren tot een nationaal symbool is verheven. Dat levert een bijna onuitputtelijke schat aan onbekende, maar schitterende koorcomposities op. Wat een feest om daar een concertprogramma uit te maken! Van de schijnbaar eenvoudige, ritmisch sterke dansliederen tot de verstilde hymnes. Vol levenskracht en kristallen akkoorden, klankstapelingen die doorstraald zijn met het heldere noordelijke licht.
We werken in dit project samen met het Weidler strijkkwartet en een door hen geleid strijkorkest. Om het niet al te ingewikkeld te maken kiezen we voornamelijk voor werken op Latijnse tekst, naast twee of drie korte liederen in de landstaal. Muziek van de Let Pēteris Vasks, de Litouwer Ēriks Ešenvalds en natuurlijk van de Est Arvo Pärt.
REPERTOIRE
Het programma is samengesteld rond drie substantiële stukken. Pēteris Vasks zette Dona nobis pacem op muziek in 1996. De tekst bestaat alleen uit deze drie woorden, genoeg om weer te geven wat Vasks wilde zeggen. Traag ontvouwt de muziek zich vanuit één ijle toon tot een smeekbede in stralend forte.
We hernemen de prachtige Mariahymne Salve Regina (2001/2011) van Arvo Pärt die we eerder zongen, o.a. tijdens de Estlandtournee in 2016.
Tenslotte In Paradisum (2012) van Ēriks Ešenvalds. Een muzikaal gebed voor zijn moeder, die overleed op de ochtend van de première. Het koor zingt in 8-stemmige gedragen klankstapelingen terwijl een solo-cello en altviool eromheen fladderen als gevleugelde engelen, die de dierbare overledene naar het paradijs dragen.
Daarnaast – om het geheel wat luchtiger te maken – ook een oude bekende, Ma tulen hilja van Cyrillus Kreek. Het lied over de dromer die te laat bij het zangfestijn komt, zingen we deze keer in de nooit uitgegeven versie voor mannenstemmen. Dindaru dandaru, ozolini een vrolijk danslied uit Letland.
DIRIGENT
Dit project is het eerste programma waarin we met Wolfgang Lange werken. Wolfgang studeerde hobo bij Han de Vries, Gerhard Turetschek en Christian Schneider. Hij was freelance hoboïst in diverse binnen- en buitenlandse (kamer)orkesten en is medeoprichter van het Helios Ensemble. Hij studeerde koordirectie bij Barend Schuurman aan de Hogeschool voor Muziek te Rotterdam en vervolgde de opleiding aan de Hogeschool voor Muziek te Tilburg alwaar hij in 2003 zijn ‘Master’s Degree’ behaalde. Hij volgde lessen orkestdirectie bij o.a. Julius Kalmar aan het Hans Swarowsky Instituut te Milaan, nam privélessen en volgde stages bij o.a. Timo Nuoranne in Helsinki, dirigent van het Fins Radio Kamerkoor. Wolfgang is o.m. dirigent en artistiek leider van het Helios Ensemble, het Nijmeegse kamerkoor Mnemosyne en het Luna Kamerkoor in Utrecht. Hij leidt tevens de Cantorij in de Stevenskerk.
HET WEIDLER KWARTET
Dit kwartet ontleent zijn naam aan de eigenzinnige Neurenbergse vioolbouwers Karl en Hartmut Weidler, die door enkele vernieuwingen in de constructie en door het gebruik van andere houtsoorten nieuwe mogelijkheden tot stand brachten voor alle instrumenten in het strijkkwartet. Het Weidler Kwartet dat voornamelijk op deze instrumenten speelt, ziet het als een uitdaging om deze vernieuwingen in klank om te zetten. Sinds 2013 bestaat het kwartet uit Joris Boon (cello), Jorien van Tuinen (altviool), Mathilde Krabbe en Kees Paasen (1e viool).